Uit een recente enquête waarop 183 van de 406 speelpleinorganisatoren reageerden, blijkt dat 40% in 2014 bespaart op speelpleinwerk en/of de deelnameprijs verhoogt. Nog eens 14% overweegt om te besparen.
Vlaanderen en Brussel telt 570 werkingen, waarvan 358 gemeentelijk georganiseerd zijn en 212 particulier. Een speelplein ontvangt gemiddeld 88 kinderen per dag. Elke zomer spelen meer dan 147.000 verschillende kinderen op de speelpleinen. Slechts 25 gemeenten bieden geen speelpleinwerking aan.
De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS), koepel van het speelpleinwerk in Vlaanderen en Brussel, betreurt dat gemeentebesturen besparen op speelpleinwerk. Speelpleinwerk is een unieke jeugdwerkvorm met een grote meerwaarde voor elke gemeente. Het is een laagdrempelig vakantieaanbod dat vaak andere kinderen en jongeren dan het klassieke jeugdwerk bereikt en extra (speel)kansen biedt. Daarnaast vervult speelpleinwerk ook andere belangrijke functies: een opvangfunctie, een maatschappelijke functie (zorg, doorverwijzen), sociale samenhang in de buurt.
Speelpleinwerk moet speelpleinwerk blijven
De VDS erkent dat middelen efficiënt ingezet moeten worden, maar wil in een campagne ‘Speelpleinwerk moet speelpleinwerk blijven’ lokale speelpleinbesturen ondersteunen om doordacht te knippen bij besparingen. De resultaten van de enquête liegen er niet om. Sommige besparingsmaatregelen raken de kern van speelpleinwerk die openheid, spelen en jeugdwerk op de eerste plaats zet. Dat kan niet bedoeling zijn!
De kern van speelpleinwerk bedreigd
Vandaag geeft 18% aan de deelnameprijs deze zomer nog op te trekken. Nochtans is een lage deelnameprijs noodzakelijk om de laagdrempeligheid waar speelpleinwerk voor staat te bewaren. Elke verhoging zorgt ervoor dat bepaalde ouders hun kinderen niet meer naar het speelplein kunnen sturen. Wetende dat het speelplein door een bewust lage inkomprijs veel maatschappelijk kwetsbare kinderen aantrekt, maakt dat de VDS bezorgd is over dit resultaat.
In de praktijk ervaren we dat meer speelpleinwerkingen overschakelen op een systeem van enkel vooraf inschrijven. Op die manier kan een organisator exact inschatten hoeveel animatoren per dag wenselijk zijn. De openheid waarin kinderen de dag zelf beslissen of ze deelnemen of niet, krijgt hierdoor een fikse deuk. Diezelfde openheid wordt ook geraakt door kinderen uit een andere gemeente een meerprijs aan te rekenen. De VDS betreurt deze evolutie.
27% zet de schaar in het materiaalbudget. Speelpleinwerk vervult in de eerste plaats een speelfunctie, spelen om te spelen! Kinderen genieten van een echte vakantie, samen met vriendjes en animatoren, door een gevarieerd speelaanbod dat hen uitdaagt en interesseert. Materiaal en infrastructuur bieden bijkomende speelkansen en maken het mogelijk dat kinderen echt avontuurlijk buiten spelen en grenzen verleggen. Besparingen op materiaal zorgen mogelijk voor een verschraling van het speelaanbod.
Hetzelfde gevolg stellen we vast, hetzij beperkt, bij gemeenten die snoeien in het totale vakantieaanbod. 6% van de speelpleinorganisatoren plannen minder weken speelplein in om de kosten te drukken, 2% schrapt (andere) delen van de werking of in het vakantieaanbod (kleuter –of tienerwerking, Grabbelpas) en 2% stelt zelfs het voortbestaan van de speelpleinwerking in vraag.
Naast het verhogen van de deelnameprijzen, maakt de VDS zich nog het meeste zorgen over de besparingen op vlak van animatorenwerking. De begeleiders op het plein zijn het hart van elke werking. Speelpleinwerk telt 15000 jongeren die zich in hun vrije tijd vrijwillig inzetten. Tijdens de zomer, kleinere vakanties, maar vaak het ganse jaar door in allerlei werkgroepen. Besparen op vorming, verbondenheid, aanwezigheid van verantwoordelijken is nefast voor de betrokkenheid binnen de werking en de kwaliteit op het terrein. Toch is 9% van plan om te knippen in het budget voor animatorenwerking en 6% om onkostenvergoedingen te verlagen.
De juiste keuze, doordacht geknipt
We zijn blij om te zien dat bijna 8 op de 10 begeleiders en hun speelpleinverantwoordelijken betrokken werden in het besparingsverhaal. We gaan ervan uit dat beslissingen en keuzes die lokale speelpleinbesturen hebben gemaakt op die manier voldoende gedragen zijn door de hele speelpleinploeg.
Een aantal speelpleinen die op dit moment werken met dure jobstudenten overwegen om over te schakelen op vrijwilligers of hebben reeds de knoop doorgehakt.
10% past de uitgaven aan voor uitstappen. Daarvan zijn er een aantal speelpleinen die besluiten om voortaan geen uitstappen meer te maken, die kiezen voor goedkopere alternatieven (in de buurt) of in zijn geheel minder uitstappen plannen.
Tijdens het pauzemoment zal er op 7% van de werkingen kraantjeswater worden aangeboden in plaats van dure frisdranken en zullen koeken voortaan van de goedkopere discountmerken zijn. Op een aantal speelpleinen wordt verwacht dat kinderen in de toekomst zelf koek en drank van thuis uit meenemen.
Het feit dat er geknipt wordt, maakt dat begeleiders gedwongen worden creatiever uit de hoek te komen en bv. op zoek te gaan naar gratis materiaal. Speelpleinen worden gestimuleerd om stil te staan bij de essentie van speelpleinwerk en na te denken over een eigen speelpleinvisie op langere termijn.De kern als streefdoel
De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk roept alle lokale speelpleinbesturen op om na te gaan in hoeverre gemaakte beslissingen de kern van het speelpleinwerk raken en indien nodig alsnog te kiezen voor alternatieve maatregelen. Ook in tijden van besparingen hopen we dat de kern van het speelpleinwerk als streefdoel behouden blijft.
Met de campagne ‘Speelpleinwerk moet speelpleinwerk blijven’ en de bijhorende campagnebundel met concrete tips, neemt de VDS als koepelorganisatie zijn ondersteunende rol daarin met veel plezier op.
Alle info over de campagne ‘Speelpleinwerk moet speelpleinwerk blijven’:
www.speelplein.net/kernvanhetspeelpleinwerk
www.facebook.com/VDSvzw